Het ruige, donker oprijzende bergmassief van de Hoge Tatra reikt tot 2660 m boven de zeespiegel. Op een relatief klein oppervlak van 1000 vierkante kilometer schiep de natuur hier een ware doolhof van honderden granieten bergtoppen, rotspartijen, valleien en passen. Het donkere aanzicht van de bergreuzen wordt verzacht door glooiend groene weiden,bossen, kabbelende beekjes, glinsterend als bergkristal en ontelbare stroomversnellingen en niet te vergeten de prachtige bergmeren waaronder Morskie Oko. De zon speelt haar spel van licht en schaduw over het land.
Ten noorden van deze bergketen ligt op poolse bodem de hoogvlakte Podhale. De Huidige naam is ontstaan uit twee woorden: “pod halami”, wat betekent “onder de bergweiden”. Een prachtig land met een eigen dialekt, eigen gewoonten, gebruiken en klederdracht, volkskunst en nijverheid. Het thuisland van de Goralen wordt begrensd door de beboste hellingen van de Beskiden, het Gorcemassief en het Pieninygebergte tot aan het grote bergmassief van de Hoge Tatra. Het hoogland wordt doorsneden door beboste heuvelkammen en de meest uitgestrekte is de Gubalówka. Vanaf daar heeft men een prachtig uitzicht over de meer dan 50 km lange bergkam van de westelijke Tatra. In het dal ligt aan de voet Zakopane, maar ook de plaatsen als Poronin, Nowy Targ en Bialy Dunajec, genoemd naar de rivier. Hoger op de noordkant de wat minder gemakkelijk te bereiken plaatsen als Nowy Bystre en Ratulow. Dit is het werkterrein en de geboortegrond van de tatra of, zoals hij officieel heet, Polski Owczarek Podhalanski.